USS Melvin

Bouwverslag Full Kit Fletcher-Class Destroyer WOII van Deans Marine

Inleiding

Tijdens ons bezoek aan Deans Marine Open deurdagen in september van vorig jaar bracht ik de full kit mee van de USS KIDD Fletcher Class Destroyer. 

Een Full Kit bestaat uit : De romp uit GFK (Glasvezel), verschillende trays in tin en kunststof (genummerd en aangegeven op het plan), beide schroefassen (kompleet met M4 draad erop), ABS-platen met computergedrukte aftekeningen voor de opbouw en de dekken, een aantal vacuumgevormde styreen onderdelen ( torens, schouwen,sloepen, enz.), houten en ABS-profielen en tenslotte de bouwbeschrijving en het plan.

Voor aan de bouw te beginnen, werd eerst documentatie verzameld over deze befaamde destroyers.  (m.n. The Floating Drydock’s Plan Book Fletcher Class, Warship’s Data USS KIDD DD661 en tenslotte Fletcher DD’s in action van Squadron/Signal Publications) om een duidelijk beeld te krijgen van de opbouw en de tarijke uitrustingen aan dek.

Vermits gedurende de oorlogsperiode de camouflagekleuren verschillende keren werden veranderd, besloot ik het model in Measure 21  (zie voor meer informatie op: http://www.shipcamouflage.com/measure_21.htm).

Alle vertikale vlakken worden “Navy Blue” gezet en alle horizontale vlakken worden in “Deck Blue” gespoten.  Aangezien deze schepen voornamelijk in de Pacific opereerden, heeft het schip met “Navy Blue” dezelfde kleur als het water.  Door het mengen van “Nachtblauw” met “Granaat” en een tikkeltje “Wit”, ben ik aardig in de buurt van deze speciale kleur gekomen.  Achteraf vond ik op het internetadres : http://www.shipcamouflage.com/ de volldige specificaties van gebruikte camouflagekleuren van de Amerikaanse, Britse en Duitse marine.  Hier kan je ook de camouflagekleuren bestellen in potjes van 14ml.

Bouw

Er werd begonnen met de romp te controleren op juistheid van de aangebrachte merkstrepen. De hielden in de doorgang van beide assen en de plaats van de roeras.  Hier bleek al een verschil te bestaan met het plan, temeer dat het voorgestelde roer een vereenvoudiging bleek te zijn (vergroot en andere vorm) dan het originele waarvan de juiste tekeningin de Floating Drydock’s plan book is te vinden.  Rekening houdend met de roeruitslag en de schroefvorm werd dan de juiste plaats van de slipgaten herafgetekend op de romp. 

Een andere afwijking was het aanbrengen van de schroefassen geleid in 2 bussen vooraleer in de buis te verdwijnen bij het binnengaan van de romp.  Dit betekende extra slipgaten, maar het leverde ook een mooi resultaat met de vrij draaiende schroefassen.  De geleidingsbussen werden gemaakt uit een stukje geleidingsbus waarop een koperen strip werd geplooid en vast gesoldeerd.  Beide V-benen zijn lang genoeg voorzien en steken binnen door de romp.  Zorg werd er besteed om slipgaten van de juiste maat te frezen en vijlen zodat de geleidingsbuizen van de assen bij doorgang van de romp iets spannen wat ook geldt voor de V-benen van de geleidingsbussen.  Dit vergemakkelijkt de juiste uitlijning (hoek – evenwijdigheid of verloop – ruimte in de romp om de motoren te kunnen koppelen).  In dit model heeft de lengte van de assen geleid tot het “ophangen” van de motoren aan een juk om de motorassen lager in de romp te krijgen en aan de schroefassen met een vaste bus te verbinden (minder lawaai). 

Het vastkleven van de schroefassen werd volgens een beproefde en snelle methode uitgevoerd.  Op de kontaktplaatsen van het messing met de romp werd een druppel “Zap/Cyaanoacrylate medium” gezet.  Op deze manier kan men nog een laatste kontrole doen vooraleer de assen definitief vast te zetten.  Als dit in orde is, dan kunnen de assen en geleidingsbussen vast gecementeerd worden met de combinatie van ZAP en maagzout (Natrium Bicarbonaat).  Aan de buitenkant werden de gaten afgeplakt en binnenin werd een laagje maagzout (niet te dik) in de opening gestrooid en verdeeld.  Daarna wordt de Zap aangebracht en wat een onmiddellijke reactie  van verbinding en uitharding teweegbrengt (opgepast dit gaat gepaard met hitte-ontwikkeling).  Op die manier kan je dikke lassen leggen aan beide zijden.  Deze cement is bewerkbaar met alle gereedschappen.  De geleidingsassen voor de schroefassen werden in een houten balkje gelijmd dat op zijn beurt weeral werd gecementeerd in de romp.

Plaatsen van de dekken

De meegeleverde balsa latjes werden rondom in de romp gekleefd op een afstand van 3mm van de markeringslijn die zichtbaar is aan de  buitenkant van de romp.  Daarom moest eerst het overtollige matweefsel weggeschuurd worden met grof schuurpapier met een houten blokje erin.  Vervelend werkje als je de onzichtbare splinters voelt prikken tussen je vingers.Stofzuigen en de handen met warm water en zeep wassen zijn de oplossing. 

De korte zachte latjes konden snel met het lijmpistool op de afgetekende lijn vastgekleefd worden (tijdelijke bevestiging) en achteraf hier en daar bijgesneden worden naargelang volgens het verloop van de romp naar de voorsteven toe, de latjes onder hoek komen te staan. 

Nu werd de ring uitgezaagd met de nodige uitsparingen (daar waar straks openingen in het hoofdek voorzien zijn onder de dekhuizen) uit opgeschuimde PVC plaat van 2mm dikte die sterk en licht is. 

Na het nodige adjusteerwerk aan de ring werd deze met Zap op de latjes gekleefd nadat deze laatsten met zeer vloeibare Zap werden doordrenkt en daardoor het opkleven van de ring mogelijk maakten.De vanzelf ontstane spleet tussen de buitenkant van de ring en het ruwe oppervlak van de binnenkant van de romp kon dan opgevuld worden met maagzout (gelijkgestreken) en gecementeerd met Zap zodat een stevige waterdichte las ontstond. 

De combinatie van de fiberglasromp en de ring geven de nodige vormvastheid aan de romp zodat spanten overbodig worden en er meer ruimte ontstaat in de romp.

Ondertussen waren de de dekhuizen gemaakt volgens het plan en de afgetekende ABS platen.  De voorziene openingen in het dek werden niet gevolgd zoals ze afgetekend stonden op de dekplaat.

De dekhuizen werden vervolgens op de juiste plaats gepositioneerd en afgetekend met als doel de juiste plaats te vinden van de opboorden van 20mm hoogte.In feite zijn dit waterkeringen die de vormen van de dekhuizen langs binnen volgen en die tevens dienen  om de dekhuizen met de verdere opbouw stevig vast te houden.  Op het achterdek werd het voorziene luik om aan de roerarm te kunnen , vergroot en uitgerust met een goot(U-profiel )met afwatering naar een bakje in de romp. 

De afwatering is een pijpje met daarin een draadje van koper of kunststof.dat het water uit de goot zuigt  De dieptebomrekken worden later half op het luik gekleefd zodat later de naad niet te zien zal zijn. 

Dan werd de ring en de onderkant van de dekplaat opgeruwd met schuurpapier vooraleer het dek met zeer vloeibare Zap(zuigt zichzelf tussen beide platen)op de ring werd gekleefd.  De ontstane spleet tussen dek en romp werd weeral opgevuld met maagzout en gecementeerd met Zap. 

De kluisgaten voor de ankerketting werden dwars door dek en romp geboord  zodat een ingelijmd koperen buisje van 3mm als ankerkettingbuis zal dienst doen .en op het model de ankersteel zal herbergen.

De afwatering van het dek(bol staan)werd bekomen door dwarslatjes te lijmen onder de ring die tergelijkertijd daardoor ook ondersteund werd op vier plaatsen.Het dek kreeg dan de eerste laag verf met “Deck Blue”met de borstel om de laatste gaatjes in de lijm te kunnen zien en te kunnen opvullen.,om daarna te schuren met fijn papier en dan te schilderen enz.

De beperkte afmetingen van de dekdoorgangen en van de romp hadden tot gevolg dat er moest gekozen worden voor een NiCad accupakket van 12V-4.8 Ah van eigen makelij.

Op de bodem van de romp tussen twee geleiders zorgt het gewicht van het pakket voor de stabiliteit van de boot.

Over het accupakket komt dan de losse brug die ook door het luik kan geschoven worden met de vaartregelaar en de ontvanger die op die manier bereikbaar zijn en beschut voor eventueel water op de bodem.